Bereiding

Een kerstdiner is extra bijzonder met een stukje wild op het menu. wild is eerlijk, mager vlees met karakter. De dieren hebben in alle vrijheid gegeten wat ze lekker vinden. Daardoor is het vlees mooi donker van kleur. we geven je een paar tips voor de bereiding. Je kunt wild bakken, grillen, braden of stoven, maar houd bij de bereiding het vlees zo puur mogelijk. Marinades zijn niet nodig. Wild is al heerlijk mals en vol van smaak. Bakken Breng het wild voor de bereiding op kamer- temperatuur. Voor het braden bak je het vlees enkele minuten om en om in boter. Hierdoor krijgt het niet alleen een mooi bruin kleurtje, maar ook een lekker korstje. Een biefstuk is met deze bereiding klaar om geserveerd te worden, grotere stukken vlees moeten echter nog verder gegaard worden. Breng het vlees op smaak met peper en zout. Garen Nadat het wild een mooi kleurtje heeft gekregen, wordt het verder gegaard in de pan of een braadslee in de oven. Om het vlees zo mals en sappig mogelijk te houden, kan het het beste langzaam gegaard worden. Zowel de temperatuur van de oven als de bereidingsduur van het wild zijn afhankelijk van het soort vlees en de grootte ervan. Laat het wild nadat het uit de oven komt ongeveer 10 minuten rusten onder aluminiumfolie op een voorverwarmd bord of op 30 graden in de oven. Hierdoor kan het vlees ontspannen en verdelen de sappen zich weer over het gehele stuk vlees. Dit zorgt ervoor dat het heerlijk mals wordt.

Ingrediënten

• Diverse wildspecialiteiten zoals hertenbiefstuk, konijnenbout, wildzwijnbiefstuk of parelhoenfilet