Bereiding

Maak eerst het deeg. Meng in een kom de bloem met het zout. Maak een kuiltje in het midden en strooi hier de gist in. Voeg het lauwwarme water toe en wacht 1 minuut. Schenk nu de olie erbij. Roer met een houten lepel van uit het midden tot een samenhangend deeg. Kneed daarna met de hand tot een soepel deeg. Vorm een bal van het deeg en laat afgedekt 1 uur rijzen in een met bloem bestoven kom. Verwarm de oven voor op 180ºC. Pel de sjalotjes en halveer ze. Roerbak ze 15 minuten in de boter op zacht vuur. Schenk halverwege de baktijd de honing erbij en de blaadjes van 2 takjes tijm. Schep ze uit de pan en laat ze afkoelen. Schil de peren en halveer ze. Schep met een theelepeltje het klokhuis eruit. Haal de druifjes los van de tros. Breek de geitenkaas in klontjes. Bekleed een bakplaat met bakpapier en haal het deeg uit de kom. Druk het deeg uit op het bakblik. Maak kuiltjes in het deeg en druk hier de peertjes, druiven, stukjes geitenkaas en plukjes tijm in. Druppel er wat olijfolie over. Schuif het plaatbrood in de oven en bak in 25 minuten goudbruin. Neem het brood uit de oven en strooi er wat zeezout over en druppel er wat heerlijke honing over.

Ingrediënten

• 500 gr meel naar keuze
• 2 zakjes gedroogde gist
• 350 ml lauwwarm water
• 50 ml olijfolie
• 1½ tl zout
• - voor de vulling:
• 8 sjalotjes
• 2 el gezouten boter
• 1 el honing
• 4 takjes tijm
• 4 peertjes
• 1 bakje druiven
• 200 gr zachte geitenkaas