Bereiding

Breng in een soeppan het soepvlees met het water en het zout aan de kook brengen. Voeg de laurier, tijm, foelie en peperkorrels toe en laat afgedekt circa 4 uur zachtjes trekken. Maak ondertussen de wortel, bleekselderij en prei schoon. Snijd de peen en bleekselderij in plakjes en de prei in ringen. Snijd de peterselie fijn. Doe het gehakt in een mengkom. Verkruimel de beschuit boven het gehakt en strooi de nootmuskaat erover. Breng het gehakt op smaak met peper en eventueel zout en kneed alles goed door elkaar. Maak van het gehakt kleine balletjes. Maak een theedoek nat, wring uit en hang in een zeef. Schenk de bouillon door de zeef in een andere pan. Neem het vlees eruit en snijd klein. Voeg de wortel, selderij en prei toe aan de bouillon en breng circa 10 minuten aan de kook. Voeg de gehaktballetjes, het soepvlees, de vermicelli en peterselie toe en laat circa 5 minuten afgedekt koken. Breng op smaak met peper en eventueel zout. Serveer met versgebakken bruinbrood en (zeezout)boter.

Ingrediënten

• 200 gr rundergehakt
• 300 gr soepvlees
• 200 gr winterpeen
• 3 stengels struik bleekselderij
• 1 prei
• 2 takjes peterselie
• 2 gedroogde laurierblaadjes
• 2 takjes verse tijm
• 3 stukjes gedroogde foelie
• 2 zwarte-peperkorrels
• 1 mespunt gedroogde nootmuskaat
• 1 beschuit
• 50 gr vermicelli
• 1½ liter koud water
• 2 tl zout