Dirk Janmaat uit Zevenhoven

Dirk Janmaat uit Zevenhoven

‘Als je maar in de weer blijft.’

De 55-jarige Dirk Janmaat is al ruim veertig jaar ondernemer. Als jongen van veertien kreeg hij met zijn ponywagen zijn eigen melkwijk, die hij later voortzette met zijn ‘ijzeren hond’. In 1979 stapte hij over naar een rijdende winkel en in 1990 begon hij met zijn broer Kees een winkel, die sinds 2007 een Dagwinkel is. Een druk bestaan dus, maar voor Dirk Janmaat is er meer dan alleen de zaak.

In 2006 brandde de winkel af, een ingrijpende gebeurtenis in het leven van de broers Janmaat. Maar het werd niet alleen daarom een veelbewogen jaar voor Dirk. ‘Ik ga nooit op vakantie, moet je weten, maar eens per jaar ga ik een week naar Lourdes. Hier in Zevenhoven hebben we een Lourdesgrot in het klein, en ik geniet ervan om het echte Lourdes op te zoeken. Daar heb ik in 2006 mijn vriendin ontmoet.’
En om het jaar nog gedenkwaardiger te maken, ontving Dirk een lintje. Op dat moment leidde hij het zangkoor al 25 jaar, was hij 15 jaar koster en 20 jaar bestuurslid van SVZ, Sportverenging Zevenhoven. Daarom heeft hij nu de prachtige titel van Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.
Nog altijd besteedt hij zijn vrije tijd aan deze activiteiten. Dirk is ook een keer of vier per jaar met veel plezier veilingmeester van goederen, voor scholen, de kerk of de sportverenging. En als het even kan, geniet hij van zijn beesten en de natuur.

Dirk Janmaat: ‘Om kwart voor vijf gaat de wekker, dan ga ik eerst naar mijn schapen. Die heb ik samen met mijn broer Gerard. Op dierendag laten we de ram komen en zo eind februari wordt het druk met lammeren. We gaan dan zo’n acht keer per dag kijken hoe het gaat. Soms hebben de schapen hulp nodig, soms ligt een lam al in het stro. Ja, ook ’s nachts gaan we er om beurten uit.’

De vader van Dirk, Kees en Gerard groeide op op een boerderij, die door een broer werd voortgezet. Dirk ging vaak bij zijn neef logeren en vond het prachtig op de boerderij. Nu heeft hij zelf 15 dikbilkoeien en 30 schapen. ‘Ik voer ze in de morgen, mijn broer Gerard doet het na zijn werk in de bouw. Ik ben om zes uur klaar in de winkel en kook daarna eten voor mijn vader van negentig, dan komt Gerard en eten we met z’n drieën. We vinden het gezellig om samen Hollandse pot te eten.’

Vaak heeft Dirk ’s avonds nog een vergadering of andere bezigheid, maar anders gaat hij op tijd naar bed. Vooral ’s zomers staat hij liefst nog voor de wekker op om de natuur in te gaan. ‘Ik kan zo genieten van de vogels en de andere beestjes in de polder. Heerlijk. En dan naar de winkel, waar de spullen door Van Tol al zijn aangeleverd. Om half acht hebben we de winkel vol. Dan komt het meisje om het brood te snijden en om half negen zijn we klaar voor de eerste klanten. Wat dat betreft is het een stuk makkelijker dan toen we de rijdende winkels nog hadden. Dat waren langere dagen, van acht tot zes en dan de kar nog vullen.’

Op zijn vrije woensdag is Dirk ook graag bij zijn vee. ‘Het is gewoon een geweldige hobby, die ook nog wat oplevert. Ik vermaak me prima. Natuurlijk neem je wel eens te veel hooi op je vork, maar daar werk je ook wel weer doorheen. Als je maar gezond blijft, als je maar in de weer blijft. Dat is het belangrijkste.’