0dccac1f601819ad77182472b20c6cf1637944b69https://www.lekkermakkelijk.nl

In de keuken bij.. Anita Witzier

Vlees?!” Op de vraag wat we gaan koken luidt het antwoord ‘biefstuk’. De verontwaardiging in de reactie van Anita Witzier is gespeeld en gaat gepaard met een lach. Maar toch: wie met koken bezig is weet dat we allemaal wat minder vaak vlees zouden moeten eten, en juist veel vaker veel meer groenten.
En gelukkig: daarin zit het wel goed bij deze twee. Anita Witzier en Michael van den Hurk zijn beide groot fan van het koken met groenten. Zo’n beetje alle boeken van Yotam Ottolenghi staan bij Anita in de kast.
“Zo veel mogelijk groenten, maar ik ben ook gek op een lekker stukje vlees.”
De biefstuk wordt vergezeld door een ovenschotel van zoete aardappel, gepofte knoflook, tomaat en kappertjes. Daarnaast een salade met rode biet en rabarber. En een rijk gevulde groentesaus op basis van tomaat en ui.

Michael: Hoe druk is jouw werkweek eigenlijk?

“Dat wisselt heel erg. Soms ben ik een dag druk voor het Reumafonds, dan weer heb ik een week met veel opnames vlak bij elkaar voor het programma Anita.
Dan weer een week met draaidagen voor Memories. Het is veel afwisseling, maar ik ervaar het niet als een heel druk leven.”
Dus tijd om te koken schiet er niet bij in? “Nee, welnee. Koken is voor mij heel belangrijk. Eten moet je toch wel, en als je prettig wilt leven kun je beter maar zo gezond mogelijk eten. En omdat het elke dag terugkomt kun je maar beter zorgen dat het ook heel lekker is.”

Betekent dat dat je ook ruim de tijd neemt om te koken?

“Ja, zeker. Elke dag neem ik er de tijd voor. Slechts heel zelden eten we een afhaalmaaltijd, zoals een pizza. En dan nog maken we er zelf een flinke salade bij. Dat heb ik van huis uit meegekregen: nooit pakjes en zakjes, maar altijd koken met verse groenten, een klein beetje vlees.”
“En meestal zo gezond mogelijk. Het is een groot misverstand bij veel mensen, dat ze denken dat gezond eten niet lekker is. Wat ikzelf niet lekker vind is friet van de snackbar. Daar hou ik een vies en ongezond gevoel aan over. Als ik zelf frietjes bak, of ze in een restaurant eet, dan is het altijd een kleine aanvulling op het gerecht. Dan vind ik het wél lekker.”

Hoe lang mag het koken duren?

“Een hele middag, of drie dagen, of een uur. Al naar gelang ik tijd heb. Maar ik vind koken ook ontspanning. Het is leuk om te doen, dat scheelt natuurlijk. Maar ik kook geen aardappelen-groenten-vlees. dat is saai.”

Het moet wel spannend zijn? Wat is bijvoorbeeld spannend?

“Gerookte of gegrilde groente, bijvoorbeeld. Gister had ik allemaal bladgroenten, raapstelen, rucola en spinazie. Ik heb het fijngesneden met een rood pepertje en knoflook en gebraiseerde tomaatjes. En pasta erbij. Ik heb volkoren spelt pasta ontdekt. Dat is lekker! Veel lekkerder dan alle gewone pasta. En veel verse kruiden.”

Wat bepaalt voor jou wat je wanneer kookt? 

“Nou vooral waar ik zelf zin in heb. En soms snakt mijn man naar een gehaktbal, dan doe ik dat. Maar wie kookt bepaalt, hè? Eén van mijn kinderen woont nog thuis, maar zij is een heel makkelijke eter, die lust alles. En we koken ook alle soorten keukens. Oosters, oud-Hollands of nieuw-Hollands, of een groot gebraad in de oven. Maar ik doe ook veel verschillende dingen door elkaar: ‘eclectisch koken’. En Ottolenghi vind ik geweldig: je kunt zo veel meer doen met groente dan alleen maar koken in water; veel andere bereidingen zijn vaak veel lekkerder. En dan heb je ook minder vlees nodig.”


Je bent ambassadeur voor het Reumafonds, maar sinds een tijdje ook actief voor Hulphond Nederland. Hoe ben je daar toe gekomen?

“Via-via kenden we een van de hoofdtrainers van de stichting. Wij wilden onze hond een training geven en vrienden tipten ons. Geweldig. Toen hij terug kwam kon hij bijna met mes en vork aan tafel eten. Tegelijk leerde ik wat een geweldig werk deze stichting allemaal doet voor hulpbehoevenden. Zo knap. Uiteindelijk kwam de directeur een keer hier op bezoek om met een grote omweg te vragen of ik ambassadeur wilde worden. Terwijl ik daar juist stiekem op had gehoopt.”

Je bent er heel enthousiast over. Wat maakt het zo leuk?

“Het is heel concreet: je ziet heel duidelijk wat het resultaat is van de inspanningen. Een hond wordt opgeleid, wordt overgedragen en iemand heeft daarmee een prettiger leven. Het is heel beeldend, heel intens voor de beleving. Dat maakt dat je werk als ambassadeur ook veel aantrekkelijker is.”

En in jouw woorden, hoe hard is het geld nodig voor hulphonden?

“Hulphonden zijn er voor kinderen met een gedragsprobleem, voor mensen met een posttraumatische stressstoornis, voor mensen met epilepsie en mensen in een rolstoel die veel dagelijkse handelingen niet zelf kunnen verrichten. Mensen kunnen ook helpen, maar mensen zijn veel duurder. Op de langere termijn is een hond veel beter betaalbaar. En een hond is altijd bij je, daarmee heb je dus ook een buddy. Je komt makkelijker naar buiten, je doet makkelijker mee in de samenleving. Het is zó fascinerend wat de steun van zo’n hond kan betekenen voor deze mensen. Vaak nog meer dan een mens kan doen.”


 


Alle boodschappen, gewoon in de buurt.

NIX18